Erfrecht: vruchtgebruik bij schenking na scheiding
Geregeld krijg ik in mijn bemiddelingspraktijk vragen over erfrecht. Enkele van de artikels op deze website gingen al over dat onderwerp: Erfrecht: wie erft wat in een nieuw samengesteld gezin (11/09/19) en Hertrouwen, wat met de erfenis van mijn kinderen? (2/10/19). In De Tijd Netto (magazine) van 14/08/20 komt in de vraagbaak (U vraagt, de redactie antwoordt erop) een interessante casus aan bod over dit onderwerp.
Ik ben ingetrokken bij mijn nieuwe partner, die een dochter uit een vorige relatie heeft. We wonen wettelijk samen in haar woning. Mijn vriendin wil de woning schenken aan haar dochter met voorbehoud van vruchtgebruik zodat we erin kunnen blijven wonen. Wat gebeurt er als mijn vriendin overlijdt? Kan haar dochter me dan verplichten om te verhuizen?
Om de langstlevende echtgenoot te beschermen, heeft de wetgever bij de hervorming van het erfrecht in 2018 het ‘wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik’ ingevoerd. Sindsdien zet de langstlevende partner automatisch het vruchtgebruik voort op de goederen die de overleden echtgenoot tijdens het huwelijk wegschonk met voorbehoud van vruchtgebruik.
Voor de langstlevende is de regeling een goede zaak. De begunstigde van de schenking daarentegen moet extra geduld oefenen: pas na het overlijden van de langstlevende echtgenoot kan hij ten volle genieten van de schenking.
Dat wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik geldt alleen voor schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik die gedaan zijn tijdens het huwelijk. Al bestaat daarop een uitzondering die in uw geval waarbij u vriendin overlijdt van toepassing is: de schenking van een gezinswoning terwijl de partners wettelijk samenwonen. Als u bij het overlijden van uw vriendin wettelijk samenwoont of met haar getrouwd bent, kunt u dat vruchtgebruik na het overlijden van uw vriendin voortzetten. Haar dochter kan u dus niet verplichten om te verhuizen. Omdat het de gezinswoning betreft, moet u hierop ook geen erfbelasting betalen.