Wisselhuis geeft wisselstress
De meeste kinderen die opgroeien in twee huizen verhuizen zowat vier keer per maand. Sommigen wisselen ook nog eens in het midden van de week en er zijn er zelfs die om de andere dag verhuizen. Een op drie kinderen wisselt minstens acht keer per maand. Welke volwassene doet hen dat na?
‘Thuis’ wordt ‘bij mama’ of ‘bij papa’
Bij een scheiding moeten kinderen erg flexibel zijn. Hun gezin wordt gesplitst, wat meestal gepaard gaat met een verhuizing. Daarnaast reizen kinderen in een verblijfsco-ouderschapsregeling vaak heen en weer tussen beide ouders. Het woord ‘thuis’ wordt dan uit hun woordenschat geschrapt en vervangen door ‘naar mama’ of ‘naar papa’. Het is voor hen verwarrend om uit te maken wat nu eigenlijk hun echte thuis is. Soms gaat dat wisselen tussen ouders gepaard met lastig gedrag, onrust, stress… vlak voor het wisselmoment. Het gaat dan om wisselstress: het moeilijk afscheid kunnen nemen van de ene plek en zichzelf toevertrouwen aan de andere plek. Het hoeft dus niet te betekenen dat het kind niet graag naar de andere ouder wil, integendeel.
In een vorig artikel ‘Van papa naar mama…en weer terug’ gaf ik een aantal tips hoe ouders hun kind kunnen helpen met dat moeilijke wisselmoment.
Postduifkinderen
Ouders zien verblijfsco-ouderschap als de meest faire afspraak, waarvoor sommige zelfs willen vechten. Toch zien de kinderen dat zelf niet altijd zo, volgens Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen. Dit blijkt ook uit de studie van de KU Leuven die vorige week werd voorgesteld in het Vlaams Parlement. Een betere begeleiding van de ouders bij de scheiding, is dus nodig. Een bemiddelaar/mediator kan hier zeker een belangrijke rol spelen. Zo kan hij/zij duidelijk maken dat een helft-helftregeling niet altijd het beste is voor de kinderen. Een minder gelijke verdeling, bijvoorbeeld 40/60 of … is ook mogelijk en verandert hoe dan ook niets aan de band tussen ouder en kind. Ook andere mogelijkheden en tussenvormen, waaronder bird-nesting kan in zo een bemiddelingsgesprek belicht worden. Verder kan de bemiddelaar er onder meer op wijzen dat het belangrijker is dat ouders overeenkomen en elkaar respecteren dan dat ze elk exact de helft van de tijd met hun kinderen doorbrengen.
Het belang van het kind
In een verblijfsregeling/ouderschapsregeling moeten ouders rekening houden met de noden en de behoeften van het kind. Een regeling op maat van het kind, dat moet het doel zijn. Nog beter is het om te komen tot een ouderschapsregeling die ‘meegroeit’ of verandert naargelang de leeftijd, verzuchtingen, behoeften van de kinderen. Ouders hoeven daarvoor niet eens ‘nog vrienden te zijn’, gewoon het belang van de kinderen centraal stellen in de onderhandelingen is al voldoende. Een bemiddelaar kan hierbij als neutrale derde een belangrijke rol spelen.
Wilt u meer informatie? Maak dan gerust een afspraak of neem contact op via het invulformulier. Ik help u graag verder.