Het belastingvoordeel voor kinderen na scheiding
Ouders met kinderen ten laste kunnen een toeslag op de belastingvrije som krijgen die toeneemt met het aantal kinderen.
Na een relatiebreuk kan het belastingvoordeel drie vormen aannemen. In Netto Belastinggids (De Tijd – mei 2021) besteedt Petra De Rouck in het artikel ‘Co-ouderschap en onderhoudsgeld gaan niet samen’ aandacht aan deze drie mogelijke fiscale systemen. Hieronder het artikel.
Bij een relatiebreuk moeten ouders afspraken maken over de kinderen. Niet alleen over de verblijfsregeling en wie welke kosten draagt, maar ook over het fiscale voordeel voor de kinderen. De kinderen kunnen fiscaal ten laste zijn bij een ouder, er kan fiscaal co-ouderschap zijn of de betaalde onderhoudsgelden kunnen fiscaal worden ingebracht. Die belastingvoordelen kunnen niet worden gecombineerd.
Groeien de kinderen op in co-ouderschap en betaalt een ouder onderhoudsgeld? Die ouder moet kiezen tussen het fiscale voordeel voor co-ouderschap en dat voor onderhoudsgeld. Hij of zij zal dus moeten uitrekenen welke keuze het voordeligst is. De enige uitzondering op die regel is in het jaar van de feitelijke scheiding. Op voorwaarde dat de alimentatie na de feitelijke scheiding wordt betaald, zijn in dat jaar de beide fiscale voordelen combineerbaar.
Fiscaal ten laste van één ouder
Als een kind ten laste is van één ouder, krijgt die laatste het volledige belastingvoordeel voor de kinderen. De andere ouder moet het zonder belastingvoordeel stellen. (Cf. vorig artikel over eenoudergezin)
Fiscaal co-ouderschap
Heel vaak gaan de kinderen na een relatiebreuk week om week bij elke ouder wonen. Maar het is niet omdat er voor de verblijfsregeling co-ouderschap is, dat dat ook fiscaal het geval is. Er is maar fiscaal co-ouderschap als dat is vastgelegd in een geregistreerde of door de rechter gehomologeerde overeenkomst (bijvoorbeeld na een echtscheiding met onderlinge toestemming) of een uitspraak van de rechtbank. Die moeten dateren van uiterlijk 1 januari 2021. U moet dat document kunnen voorleggen als de fiscus daarom vraagt. Is er geen geschreven basis, dan gaat het totale belastingvoordeel voor de kinderen naar één ouder. Fiscaal co-ouderschap kan zolang het kind studeert en niet zelf in zijn levensonderhoud voorziet.
Hoeveel belastingvoordeel levert fiscaal co-ouderschap op?
Bij fiscaal co-ouderschap blijft een kind fiscaal ten laste van één ouder, maar krijgt elke ouder de helft van de toeslag van de belastingvrije som. De hoogte van de toeslag wordt bepaald zonder rekening te houden met eventuele andere kinderen in het gezin en vervolgens gehalveerd. Bij twee kinderen onder co-ouderschap, bijvoorbeeld, krijgt elke ouder de helft van 4.210 euro (dus: 2.105 euro) toegewezen als verhoging van de belastingvrije som. Die helft wordt gevoegd bij een eventuele vrijstelling voor andere kinderen ten laste.
Elke co-ouder kan de volledige toeslag van 1.630 euro krijgen voor een alleenstaande ouder met kinderen ten laste. De toeslag voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen uitgaven voor opvang aangeeft, krijgt een co-ouder maar voor de helft: 305 euro.
Onderhoudsgeld
Volgens de wet moet elke ouder bijdragen volgens zijn of haar mogelijkheden in de opvoedingskosten van de kinderen. In de praktijk kan dat betekenen dat de meest verdienende een alimentatie zal betalen, zelfs al wonen de kinderen beurtelings bij elke ouder.
Welk belastingvoordeel levert betaald onderhoudsgeld op?
Betaalde onderhoudsgelden zijn wat men in het vakjargon ‘aftrekbare bestedingen’ noemt. Tachtig procent van de betalingen wordt afgetrokken van uw netto belastbaar inkomen, waardoor een deel van uw inkomen aan belastingen ontsnapt. Dat levert een voordeel op tegen het hoogste tarief waartegen u belast wordt (tussen 25 en 50 procent, exclusief gemeentebelastingen). Concreet, als u tegen het hoogste tarief wordt belast, recupereert u via de belastingaangifte tot 40 procent van de betaalde onderhoudsuitkeringen (exclusief gemeentebelasting).
Kiest een co-ouder voor de aftrek van de betaalde alimentatie, dan krijgt de andere ouder de volledige toeslag op de belastingvrije som voor kinderlast.
Welke kosten voor de kinderen kunnen fiscaal worden ingebracht?
Dat zijn zowel de ‘gewone’ als de ‘buitengewone’ kosten voor de kinderen. De gewone kosten omvatten alle gebruikelijke kosten voor het dagelijks samenleven, zoals woonkosten, eten en kleren. Daarbovenop kunnen nog buitengewone kosten komen: medische en paramedische uitgaven (zoals beugels, logopedie en ziekenhuisopnames), schoolkosten (zoals zee- en bosklassen en inschrijvingsgeld voor hogere studies) en overige kosten (zoals lidgeld van een sportclub en examengeld voor een rijbewijs).
Zijn er voorwaarden?
Opdat het onderhoudsgeld fiscaal aftrekbaar is, moet aan vier voorwaarden tegelijk voldaan zijn.
- Wettelijke onderhoudsplicht
U moet een wettelijke onderhoudsplicht hebben. Die is er altijd voor minderjarige en studerende kinderen.
- Geen gezinslid
Op het moment van de betaling mag de begunstigde niet in uw gezin wonen. Het is geen probleem dat bijvoorbeeld een kind naderhand opnieuw bij u komt wonen. Studeert uw kind in het buitenland? Om het onderhoudsgeld fiscaal in te brengen, zult u moeten aantonen dat uw kind uw gezin definitief verlaten heeft en na zijn studies niet van plan is terug te keren naar het ouderlijk huis.
- Regelmaat
U moet het onderhoudsgeld ‘regelmatig’ betalen. Dat betekent niet noodzakelijk dat u maandelijks of per kwartaal moet betalen. Wel moeten de betalingen stipt plaatsvinden en ook herhaald worden. U moet het verschuldigde onderhoudsgeld binnen drie maanden betalen, anders mag u het niet fiscaal inbrengen. Werd het onderhoudsgeld als een eenmalig kapitaal gestort? U moet elk jaar een stukje aangeven. In het vakjargon spreekt men van de fictieve rente. Om dat bedrag te berekenen, moet u het ontvangen kapitaal vermenigvuldigen met een percentage dat afhangt van uw leeftijd op het ogenblik dat het kapitaal werd betaald: het varieert van 1 tot 5 procent.
- Bewijzen
U moet de betaling kunnen bewijzen, met bijvoorbeeld bankafschriften, stortingen op een kindrekening of via een attest van de ontvanger.
Moet ontvangen onderhoudsgeld worden aangegeven? En wordt het dan belast?
Ook al wordt het onderhoudsgeld voor een kind op een kindrekening of op de rekening van de andere ouder gestort, toch is dat voor de fiscus een eigen inkomen van het kind zelf en niet van de ontvangende ouder. Als uw kind op 1 januari 2021 16 jaar of ouder was, moet het altijd een eigen belastingaangifte indienen, ongeacht het bedrag van de alimentatie. Voor jongere kinderen hangt de aangifteplicht – en ook de belastbaarheid – af van het bedrag van de ontvangen onderhoudsuitkering. Het is dus mogelijk dat een peuter of kleuter een eigen belastingaangifte moet indienen. Weet dat de fiscus u meestal niet spontaan een aangifteformulier zal sturen. U moet het aanvragen bij het lokaal belastingkantoor of u kunt met de identiteitskaart van een kind vanaf 12 jaar inloggen op Tax-on-web.
Doorgaans zal het onderhoudsgeld voor kinderen niet worden belast. Dat komt, omdat de fiscus maar rekening houdt met 80 procent van het onderhoudsgeld. Bovendien moeten er geen belastingen worden betaald als de inkomsten onder de belastingvrije som blijven van 8.990 euro. Daarbij wordt niet alleen het onderhoudsgeld geteld, maar bijvoorbeeld ook de inkomsten uit een (studenten)job. Als uw kind geen andere inkomsten heeft dan onderhoudsgeld, moet het geen belastingen betalen als het vorig jaar niet meer dan 11.237,5 euro alimentatie heeft ontvangen. Als dat bedrag is overschreden, zijn er gevolgen. Zo moet er altijd een belastingaangifte op naam van uw zoon of dochter worden ingediend. Het wordt ook belast: 80 procent van het ontvangen onderhoudsgeld wordt bij de andere inkomsten gevoegd en belast tegen de gebruikelijke belastingtarieven. Ten slotte zal het kind niet langer als kind ten laste worden beschouwd bij de ex-partner.
De juiste codes
Fiscaal co-ouderschap
Fiscaal co-ouderschap geeft u aan in vak II onder de titel ‘B. Gezinslasten’. De term ‘fiscaal co-ouderschap’ zult u niet vinden op uw aangifte, wel ‘gelijkmatig verdeelde huisvesting’. Als u onder het regime van co-ouderschap zelf de kinderen ten laste hebt, vult u de code 1034 en volgende in, zoniet de code 1036 en volgende.
Ontvangen onderhoudsgeld
Ontvangen onderhoudsgeld geeft u aan in vak VI ‘Ontvangen onderhoudsuitkeringen’. U geeft het totale bedrag van de ontvangen onderhoudsuitkeringen aan bij de code 1192/2192 . De fiscus zal zelf dat bedrag tot 80 procent beperken. U moet ook de naam, de voornaam en het adres van de betaler vermelden onder rubriek 4. Werd het onderhoudsgeld als een eenmalig kapitaal gestort, dan moet u elk jaar een stukje aangeven bij code 1194/2194 . In de volgende codes vult u de datum van de toekenning van het kapitaal en het bedrag in.
Betaald onderhoudsgeld
De betaler van onderhoudsgeld geeft het bedrag aan in vak VIII ‘Aftrekbare vorige verliezen en bestedingen’. U vult het werkelijk betaalde bedrag in, de fiscus beperkt het tot 80 procent. Onderhoudsgeld dat u zelf moet betalen, geeft u aan bij de code 1390/2390 . Gehuwden en wettelijk samenwonenden die samen onderhoudsgeld moeten betalen – bijvoorbeeld voor een gezamenlijk kind dat apart woont – geven het totaalbedrag aan bij de code 1392 . U moet ook de naam, de voornaam en het adres vermelden van de persoon voor wie u betaald hebt onder rubriek 2c.
Lees ook:
Belastingen en co-ouderschap (29/04/20)
Belastingen na scheiding (17/06/20)