Echtscheiding voor de rechtbank: inspraak van de kinderen
In een vorige bijdrage kwam een eerste deel van het gesprek aan bod, dat Knack redacteur Michel Vandersmissen had met twee familierechters. Het ging daarin vooral over de overbelasting van die rechtbanken en hoe rechters meer psycholoog dan jurist moeten zijn. Hieronder leest u het vervolg van dat gesprek. We lezen onder meer hoe deze beide rechters de inspraak van de kinderen aanpakken in hun rechtbank.
Kinderen krijgen inspraak
Een van de bijzonderheden van de nieuwe familierechtbanken is dat ze ook minderjarigen horen en hen inspraak geven in de echtscheiding van hun ouders. De kinderen krijgen een brief van de familierechter waarin wordt uitgelegd hoe de procedure werkt. Elke minderjarige heeft wettelijk het recht om gehoord te worden, maar is niet verplicht om in te gaan op die uitnodiging.
Daniel Van den Bossche (familierechter in Gent) vindt het goed dat een kind gehoord wordt door de rechter, al moet je het belang daarvan niet overdrijven: ‘We weten dat sommige kinderen ‘voorbereid’ worden door een van de ouders, of door beiden. Je mag zo’n kind bovendien nooit het gevoel geven dat het partij moet kiezen voor mama of papa.’
In Mechelen ontvangt Goedele Vandenbrande de kinderen op woensdagnamiddag. ‘Ik spreek ze alleen en nooit in toga. Ik vraag waar ze naar school gaan, welke hobby’s ze hebben. Ik probeer na te gaan bij welke ouder het kind gevoelsmatig het meest aansluiting heeft, want je hebt mamakindjes en papakindjes. Die gesprekken zijn niet vanzelfsprekend. Niet alle kinderen slagen erin om zich goed te verwoorden en je mag niet vergeten dat ze emotioneel enorm in de knoei kunnen zitten door de echtscheiding van hun ouders. We vragen de kinderen naar hun kijk op de zaak, hoe zij het conflict aanvoelen, wat zij verwachten. Wij krijgen zo een heel bijzondere inkijk in het privéleven van anderen.
Onze vonnissen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de ouders, maar ook voor de kinderen. Ik moet bijvoorbeeld beslissen naar welke school het kind moet na de scheiding. De vader vraagt school a, moeder school b. Ik motiveer dat ik de ene school prefereer, om die en die redenen. Dat is juridisch een correct vonnis, maar of het een goede keuze is voor het kind is kwestie, is soms minder duidelijk. Het is al moeilijk genoeg om voor je eigen kinderen de beste school te kiezen, laat staan voor een onbekende.’
Ouders mogen het verslag van het gesprek met hun kinderen nalezen, maar enkele maanden geleden stelde minister van Justitie Koen Geens (CD&V) voor om dat te verbieden. Minderjarigen zouden dan minder bevreesd zijn om vrijuit over hun ouders te praten. Vandenbrande is het daar niet mee eens. ‘Een rechter mag geen geheim element gebruiken om zijn vonnis te motiveren. Een kind kan bijvoorbeeld zeggen dat haar mama geslagen wordt door papa. Maar is dat echt zo? Het kan ook ingefluisterd zijn door de mama. Dat moet ik dan proberen te ontdekken. Na het gesprek met een kind zeg ik dat het verslag gelezen zal worden door mama en papa. We nemen het samen nog eens door, zodat het zich goed bewust is van wat het gezegd heeft. Ik vraag desnoods of mogelijk scherpe uitspraken aangepast moeten worden, want ik wil vermijden dat het kind achteraf beschuldigd wordt door een van beide ouders.’
In Nederland stellen de familierechters ook een ouderschapsplan op waarin de opvoeding van de kinderen wordt geregeld. Sommigen willen dat ook in België invoeren. Minister van Justitie Koen Geens is er niet tegen, maar hij wil het niet verplichten.
Volgens Vandenbrande is het praktisch zeer moeilijk om zo’n opvoedingstraject op te stellen. ‘Je kunt niet alles in overeenkomsten gieten. Er zijn zo veel onduidelijke factoren in de levensloop van het kind en van de ouders. Het is goed dat mensen daarover nadenken, maar de rechter moet dat toch niet allemaal voor hen beslissen. Bovendien wijzigt de toestand binnen het gezin voortdurend: de kinderen worden ouder, een van de partners vindt een nieuwe partner… Daar kun je je als rechter niet allemaal mee bezighouden.’
Meer vrouwelijke rechters
Het valt op dat de meerderheid van de familierechters vrouwen zijn. Toeval? Sommigen beweren dat vrouwen meer aanleg hebben om te oordelen in gezinskwesties. Goedele Vandenbrande wijst erop dat het beroep van rechter overal sterk aan het vervrouwelijken is. ‘In alle rechtbanken vind je steeds meer vrouwen. Dat is een goede zaak, maar een mannelijke familierechter is even goed: een man is vaak ook een partner en een vader.’
In Gent zijn vijf van de zeven familierechters vrouw. Een goede mix is belangrijk, vindt Daniel Van den Bossche, maar ook hij heeft niet het gevoel dat hij als mannelijke familierechter anders oordeelt dan zijn vrouwelijke collega’s. ‘Ik zou me beledigd voelen als iemand zou zeggen dat ik als man minder empathie heb dan vrouwelijke collega’s. Ik herinner me een vrederechter in Zelzate. Hij was vrijgezel en had geen kinderen, maar er was geen betere vrederechter als het ging om zaken waar kinderen bij betrokken waren. Hij kon afstand nemen van de dossiers die hem werden voorgelegd. Dat geldt voor alle rechters: je mag nooit je eigen ideeën opdringen en als familierechter moet je afstand nemen van je eigen gezinssituatie.’
Het volledige artikel ‘Familierechtbanken kreunen onder het werk’ (Michel Vandersmissen) kunt u lezen op www.knack.be
Meer over hoorrecht van kinderen en het ouderschapsplan:
Ouderschap stopt niet als de relatie stopt.