Pensioen en scheiding

Hoe wordt het pensioen verdeeld bij een scheiding?

Partners die thuis zijn gebleven voor de opvang van de kinderen of die een hele poos deeltijds hebben gewerkt, bouwden geen of weinig pensioenrechten op. Na een echtscheiding komen zij er bijgevolg wel eens bekaaid vanaf. Maar in principe kunnen zij mee genieten van de pensioenrechten van hun ex. In vorige artikels ‘Heb ik recht op een deel van het pensioen van mijn ex?’ en ‘Een pensioensplit bij scheiding’ kwam deze problematiek al aan bod. De Standaard van 24/01/19 besteedde er eveneens aandacht aan in onderstaand artikel van Frida Deceunynck.

Geniet mee van het pensioen van uw ex

pensioen echtscheidingScheiden doet lijden, zeker voor de partner met slechte pensioenvooruitzichten. Wat als u geen job heeft en dus ook geen eigen pensioenrechten hebt opgebouwd? Partners die lange tijd thuis zijn gebleven voor de kinderen of die een periode deeltijds hebben gewerkt, komen er na een echtscheiding vaak bekaaid van af. Het huis en de inboedel mogen dan wel netjes verdeeld worden, om nog een volwaardig pensioen op te bouwen, is het dan al te laat. In principe kan de ‘behoeftige’ ex in zo’n situatie mee profiteren van de pensioenrechten van de werkende partner. Maar hoe gaat dat in zijn werk?

Eerste pijler: de helft van het gezinspensioen

Omdat een thuisblijvende partner na een echtscheiding niet in de kou zou blijven staan, werd in 1975 voor werknemers en zelfstandigen het ‘pensioen van de echtgescheiden echtgenoot’ ingevoerd. Dat is een pensioen als alleenstaande, berekend op basis van de pensioenrechten van de ex-echtgenoot.

Concreet heeft u als gescheiden echtgenoot recht op de helft van het gezinspensioen dat opgebouwd werd tijdens de jaren van het huwelijk. Uw ex hoeft hier niet voor in te boeten. Die behoudt gewoon zijn eigen alleenstaandenpensioen. Omdat enkel naar de jaren van het huwelijk wordt gekeken, zal dit vaak maar een klein pensioentje opleveren. ‘Valt het pensioen als gescheiden echtgenoot laag uit, dan kunt u dat de jaren na het huwelijk nog aanvullen met eigen bijdragen om aan een hoger pensioen te komen’, zegt advocate Liliane Versluys.

Er zitten wel enkele addertjes onder het gras. Eerst en vooral mag u niet hertrouwd zijn om een pensioen als gescheiden echtgenoot te ontvangen. ‘Ook bij een vervroegde pensionering is het opletten geblazen’, zegt Versluys. ‘Ex-partners die een vervroegd pensioen als gescheiden echtgenoot willen aannemen, mogen maar beperkt bijverdienen tot hun 65 jaar. Dat is lastig als ze op dat moment nog niet volledig met pensioen kunnen gaan. Spijtig genoeg wordt dit bij vechtscheidingen soms ook misbruikt om de andere partner te koeioneren.’

Voor de ex-huwelijkspartner van een ambtenaar liggen de kaarten anders. In de pensioenregeling voor ambtenaren bestaat er geen rustpensioen voor de gescheiden echtgenoot. In de plaats daarvan kan de rechter een deel van het ambtenarenpensioen toekennen aan de ex-echtgenoot in de vorm van onderhoudsgeld. Is de gepensioneerde ambtenaar overleden, dan kunt u als gescheiden huwelijkspartner wel aanspraak maken op een overlevingspensioen van uw ex. Het bedrag wordt berekend op basis van het aantal dienstjaren tijdens de periode van het huwelijk. Belangrijk is dat u hier alleen voor in aanmerking komt als u niet hertrouwt zolang uw ex leeft. U moet het overlevingspensioen bovendien aanvragen binnen de twaalf maanden na het overlijden. Daarna vervallen uw rechten.

Tweede pijler: onmiddellijk verdelen of wachten tot pensioen

Aanvullende bedrijfspensioenen worden steeds meer beschouwd als een persoonlijk recht van de aangeslotene. In 2013 werd een wetsontwerp ingediend om dit ook juridisch te verankeren. Dit werd echter nooit goedgekeurd. In afwachting van een globale pensioenhervorming blijven dus voorlopig de oude regels van toepassing. Voor koppels die onder het wettelijke stelsel zijn getrouwd, wil dat zeggen dat het kapitaal verdeeld moet worden als het huwelijk spaak loopt.

‘Voor de “arme” partner is dat meestal niet zo gunstig’, zegt Versluys. ‘Omdat het geld pas uitgekeerd mag worden bij het wettelijk pensioen wordt de bruto reserve verminderd met een afkoopbelasting en sociale lasten. Zo gaat er 35 procent van het kapitaal verloren bij een onmiddellijke verdeling. Bovendien gaat het sneeuwbaleffect van rente op rente pas jaren later voluit spelen. Daardoor groeit het kapitaal in de laatste jaren voor het pensioen nog exponentieel aan.’

Het kan een oplossing zijn om de verdeling uit te stellen tot de wettelijke pensionering. Dat is ook de enige optie als er onvoldoende spaargeld is om de groepsverzekering te compenseren. Het is immers niet mogelijk om een groepsverzekering voor de pensionering af te kopen.

‘Maar hoe moet je als ex-partner vele jaren later te weten komen dat het kapitaal is uitgekeerd?’, merkt Versluys op. En wat als de ex-partner met de groepsverzekering overlijdt voor hij met pensioen gaat? Wie scheidt, past de begunstigingsclausule immers sowieso aan. Dan krijgt de ex-partner helemaal niets meer.

Derde pijler: spaarpot verdelen

Voor het individuele pensioensparen heeft de nieuwe wet op het huwelijksvermogensrecht vorig jaar de puntjes op de i gezet. ‘Het gereglementeerde pensioensparen wordt als een spaarpot beschouwd. Voor koppels die onder het wettelijk stelsel getrouwd zijn, is dat gemeenschappelijk spaargeld voor zover de premies tijdens het huwelijk werden betaald’, legt Wauthier Robyns van Assuralia uit. ‘Wat voor of na het huwelijk werd opgebouwd, blijft eigen.’

De gemeenschappelijke spaarpot moet netjes in twee verdeeld worden bij een echtscheiding. Dit principe geldt zowel voor pensioenspaarfondsen als voor pensioenspaarverzekeringen. In de praktijk behoudt iedere partner gewoonlijk zijn eigen pensioenspaarplan. Doet maar een van beide aan pensioensparen, dan moet dit in principe verdeeld worden.