Heeft uw ex-partner recht op de helft van uw aanvullend pensioen bij scheiding?
Ja, dat kan… tenminste als u ooit getrouwd was met gemeenschap van goederen. Aanvullend pensioen wordt dan als beroepsinkomen beschouwd en zo heeft uw ex bij scheiding recht op de helft ervan. In onderstaand artikel (HLN 03-03-24) legt HLN-vermogensexperte Isabelle Verhulst uit hoe dat precies zit en vooral ook hoe u dit het best aanpakt.
Kan je voorkomen dat je ex later een deel van je pensioen opeist?
Wie huwt zonder tussenkomst van de notaris, is automatisch getrouwd onder het wettelijk stelsel. Dat betekent dat alle inkomsten die jullie genieten tijdens het huwelijk in de huwgemeenschap vallen, een gedeelde pot dus. Enkel de zaken die je verworven hebt vóór je huwelijk – bijvoorbeeld een huis dat je al gekocht had – of wat je via een erfenis of schenking gekregen hebt, blijft van jou alleen.
Wat velen niet weten, is dat je in dat geval zelfs jaren na een scheiding, op het moment van je pensioen, de helft van je aanvullend pensioen moet ophoesten aan jouw ex-partner. Wie zich daar niet van bewust is en op het hele kapitaal rekent voor een onbezorgde oude dag, kan van een kale reis terugkomen.
Waarom heeft je ex-partner recht op de helft van je aanvullend pensioen?
Wanneer je gehuwd bent onder het wettelijk stelsel, is de groepsverzekering die werd opgebouwd tijdens het huwelijk een gemeenschappelijk goed. Het wordt als het ware beschouwd als loon, een beroepsinkomen. En omdat je bij een echtscheiding de inkomsten van tijdens het huwelijk in principe in de helft moet verdelen, moet je ook het kapitaal van de groepsverzekering in twee splitsen. Het maakt in dit geval niet uit of je ex-partner zelf een groot of klein wettelijk pensioen ontvangt. Zelfs 10 jaar na je scheiding, kan dit voor een grote financiële kater zorgen.
Voorbeeld: Jos werkte zijn volledige carrière als accountant bij een bank. Zijn vrouw Nadine was ambtenaar. Op hun vijftigste vraagt het koppel de scheiding aan. Wanneer Jos vijftien jaar later met pensioen gaat, gaat hij ervan uit dat hij een groepsverzekering van 200.000 euro zal ontvangen. Groot is dan ook zijn verbazing wanneer hij verneemt dat Nadine bijna de helft van het bedrag zal krijgen. En dat terwijl Nadine een veel groter wettelijk pensioen dan Jos ontvangt.
Wat er bij een echtscheiding precies moet gebeuren met die groepsverzekering, is in de wet niet goed geregeld. We moeten ons dus baseren op de praktijk van de rechtbanken. En die zien een groepsverzekering als inkomsten uit een beroepsactiviteit, die dus gemeenschappelijk zijn.
3 belangrijke vragen en antwoorden
1. Is het echt de helft van je groepsverzekering die moet worden verdeeld?
Om het met een moeilijke term te zeggen: je moet rekening houden met de ‘vorderbare netto-afkoopwaarde’ op het moment van de scheiding. In mensentaal: je neemt als basis de verworven reserves, opgebouwd met premies betaald vanaf het huwelijk. Daarbovenop moet je ook rekening houden met de belastingen verschuldigd op de groepsverzekering en de eventuele kosten.
Elk jaar ontvang je normaal gezien een overzicht met een stand van zaken over het gespaarde bedrag in jouw groepsverzekering. Het bedrag van de verworven reserves geeft aan wat jouw opgebouwde kapitaal was op 1 januari van het jaar waarin je de fiche ontving. Het gaat om de gestorte bedragen, vermeerderd met het toegekende rendement op de stortingen. Het bedrag dat vermeld wordt, is een brutobedrag. Je moet daar dus nog de eindbelasting van aftrekken. En het is dat nettobedrag dat op het moment van de echtscheiding in rekening wordt genomen.
Wat je verdiende vóór het huwelijk maakt geen deel uit van het gemeenschappelijk vermogen en moet dus niet worden verdeeld bij de echtscheiding. In de praktijk is het dus niet altijd even makkelijk om het exacte bedrag te bepalen dat moet worden verdeeld, want hiervoor moet je een berekening maken die rekening houdt met het aantal jaren vóór en het aantal jaren tijdens het huwelijk.
2. Wanneer moet je dit bedrag aan je ex-partner betalen?
Er zijn in feite twee mogelijkheden.
Als je later niets meer met elkaar te maken wil hebben, kan je meteen bij de echtscheiding alles afrekenen. Aangezien je vóór de leeftijd van 60 jaar jouw groepsverzekering niet kan opvragen, kan je dat geld niet gebruiken om jouw ex-partner ‘uit te kopen’. Je zal in dit geval jouw groepsverzekering, die je later ontvangt, moeten verrekenen met andere zaken die verdeeld worden. Dat zijn de andere rekeningen, goederen, woningen en zo meer. Je ex-partner zal bij de verdeling dus een groter aandeel ontvangen van de andere goederen uit de gemeenschap.
Je kan ook wachten met de effectieve ‘uitkoop’ van jouw ex-partner en bepalen dat je die aanspraak geeft op het geld wanneer jouw groepsverzekering uitbetaald wordt bij jouw pensionering.
De praktijk van de rechtbanken wijst uit dat er steeds vaker gekozen wordt om de groepsverzekering te verdelen op het moment van de echtscheiding zelf. Persoonlijk vind ik dat niet rechtvaardig. Want op het moment van de scheiding is nog niet duidelijk welk bedrag zal worden uitbetaald bij jouw pensioen.
Je kent zo mogelijk meer toe aan je ex-partner dan er effectief in de huwgemeenschap zit. De belasting kan nog evolueren, net als de uitbetaling van de verzekering zelf. Om nog maar te zwijgen over het feit dat het wettelijk pensioen zelf niet zomaar bij helften wordt verdeeld. In het voorbeeld van Jos en Nadine zal Jos duidelijk de ‘verliezende’ partij zijn, want zijn wettelijk pensioen zal aanzienlijk lager zijn dan het ambtenarenpensioen van Nadine.
3. Hoe regel je dit dan best?
Het is aan te raden om deze kwestie duidelijk te regelen bij de echtscheiding. Het beste is om in de zogenaamde EOT (overeenkomst tot echtscheiding met onderlinge toestemming) de effectieve uitvoering van de verdeling van de groepsverzekering uit te stellen tot de einddatum. Pas dan heb je zekerheid over de werkelijke belastingen en kosten op de einddatum van de polis.
Het is ook aangewezen om in de akte de verschillende polissen duidelijk op te sommen zodat er later geen discussies ontstaan over welke producten wel en welke niet geviseerd worden door de EOT. Het is van belang om tot een overeenkomst te komen die door beide partners als eerlijk wordt ervaren en die overeenkomt met hun echte wensen.
Als ultieme tip geldt misschien het trouwen onder het stelsel van scheiding van goederen. In dat geval blijft de groepsverzekering een eigen goed en zal de andere partner er sowieso geen aanspraak op kunnen maken.
Bron: HLN 03-03-24