Zeven tips om van verblijfsco-ouderschap een succes te maken
In de bijdrage van vorige week ‘Leven in 2 huizen, een nieuwe vorm van stabiliteit?’ verwees ik al naar diverse studies over het verblijfsco-ouderschap bij scheiding. Hieronder geef ik u ook de 7 tips mee die experten in de reportage van De Volkskrant (12/01/19) gaven om van dat verblijfsco-ouderschap een succes te maken. Het zijn stuk voor stuk waardevolle suggesties waaraan ik in eerdere artikels al aandacht besteedde én die ik dagelijks in mijn bemiddelingspraktijk probeer te realiseren. In het belang van kinderen én hun ouders.
ZEVEN TIPS VAN DE EXPERTS
- Begin met een zo kaal mogelijk ouderschapsplan. De periode net na de scheiding is de ‘crisistijd’, dan kunnen mensen zelden rustig om de tafel. Spreek af om het plan elk half jaar of jaar te evalueren en waar nodig aan te passen. Psycholoog Groenhuijsen: ‘Doe dat structureel, anders gaan mensen pas praten bij een conflict over een verhuizing, nieuwe baan of partner. Dan ben je te laat.’
- Voor heel jonge kinderen is een week onoverzichtelijk lang, zegt Van der Valk. Dan kan vaker wisselen wenselijk zijn. ‘Bij baby’s en peuters is het van belang om kleine dingen hetzelfde te houden in de twee huizen. Dat geeft hen een gevoel van veiligheid. Vaste bed-rituelen, wat je doet als het kind huilt.’
- Neem als ouder de logistiek (vergeten, verdwenen en dubbele spullen) uit handen van de kinderen, zeker in de basisschoolleeftijd. De afstand tussen de huizen moet overzichtelijk zijn, zodat de sociale omgeving (sport, vrienden, school) van het kind beschikbaar is vanuit beide huizen.
- Hoe ouder het kind, hoe vanzelfsprekender de verschillen in opvoedstijl of gewoontes van beide ouders in beide huizen zijn. ‘Voor de meeste kinderen geldt: bij mama gaat het zo, bij papa zo. Stem het af bij je kind, hoe gaat het bij mama en wil je dat ook zo? Soms gaat dat over heel kleine dingen. De kleur van het dekbed, dezelfde knuffel, de deur op een kier’, zegt Van der Valk. Vanaf een jaar of 12 krijgen kinderen meer en meer de behoefte om zelf aan te geven hoe ze het willen. ‘Dat is een leeftijd waarop ze zeggen: ik snap wel dat ik af en toe bij mijn moeder ben, maar op zaterdag na voetbal wil ik wel afspreken met mijn vrienden.’
- Misschien wel dé vuistregel voor succes: waarborg de band met je kind. Wees open, communiceer. ‘Vaak komen er nieuwe partners, nieuwe kinderen’, zegt hoogleraar jeugdstudies Finkenauer. ‘Dat is niet per se negatief, wel iets nieuws om aan te wennen. En altijd zal voor het kind de vraag spelen: doe ik er nog wel net zoveel toe.’
- Een even pijnlijk als heugelijk inzicht: kinderen beschikken over een idiote hoeveelheid veerkracht en overlevingsdrang. Finkenauer: ‘Zij laten hun leven niet door hun ouders verpesten. Het kost tijd, maar ze passen zich aan en maken er bijna altijd het beste van.’
- Kinderen willen graag gehoord worden. Luister naar ze, zo kunnen ze gemaakte afspraken als eerlijker ervaren.
Bron: ‘Permanent pendelen tussen je ouders’ van Ianthe Sahadat in De Volkskrant (12/01/19)
Lees ook:
Scheiding…ook kinderen willen gehoord worden
Ouderschapsplan verplicht bij scheiding?