Week-om-weekregeling is bij ons gebruikelijker dan in andere landen
Sinds 2006 dienen rechters in België bij een scheiding de week week regeling of verblijfsco-ouderschap als eerste optie te overwegen. Is deze regeling intussen bij ons de norm geworden? In onderstaand artikel van Veerle Beel in De Standaard van 06/06/2013 leest u hier meer over.
Bijna de helft van de kinderen in Vlaanderen verblijft na een scheiding of relatiebreuk evenveel bij elk van de ouders. Dat heeft meer te maken met de sociale norm dan met het feit dat rechters sinds 2006 verplicht zijn om die regeling als eerste optie te overwegen.
De week-om-weekregeling, of het verblijfsco-ouderschap, is alleen in Zweden de norm. 56,2 procent van de koppels die er uit elkaar gaan, kiest voor de regeling, waarmee het land in Europa koploper is. België staat op de vierde plaats, na Denemarken (37,9 procent) en Frankrijk (31,4 procent). Daarmee scoren we hoger dan het Europese gemiddelde (21,1 procent).
In ons land zijn er nog altijd meer kinderen die na een scheiding alleen bij de moeder verblijven (39,1 procent). Tel daar de kinderen bij die meestal bij hun moeder verblijven (13,9 procent) en je komt aan meer dan de helft. Dat blijkt uit onderzoek van de professoren Dimitri Mortelmans en Elke Claessens (UAntwerpen).
Voor co-ouderschap in 1995 wettelijk verankerd werd, was een gelijk verdeeld verblijf na echtscheiding pionierswerk. Sinds 2006 zijn rechters in ons land verplicht om verblijfsco-ouderschap als eerste optie te overwegen indien de ouders geen consensus bereiken over de regeling.
Goed voor de kinderen…
‘Die wet heeft impact gehad, maar minder dan gedacht’, zegt Claessens. ‘Bij het grote onderzoek Scheiding in Vlaanderen uit 2011 was het verblijfsco-ouderschap gestegen naar 22 procent – die cijfers sloegen op de jaren 2009-2010. We hadden verwacht dat de stijging zich ruim tien jaar later flink zou doorzetten. Dat is alleen in Vlaanderen het geval. Daar wijst vooral de sociale norm in de richting van verblijfsco-ouderschap: ouders die gaan scheiden, maken zelf die keuze.’
‘De keuze wordt vaker gemaakt door hoogopgeleide ouders die aan het werk zijn’, zegt Claessens. ‘De juridische omkadering heeft het fenomeen dus niet losgekoppeld van een sterkere onderwijspositie of economische draagkracht. We zouden als samenleving toch manieren moeten vinden om het voor iedereen haalbaar te maken. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door meer bemiddeling in te zetten bij echtscheidingen. In sommige landen is dat verplicht. Dat is een belangrijke piste die in ons land nog beter kan worden uitgewerkt.’
Vooral omdat er veel voordelen zijn: ‘De kinderen kunnen een goede band opbouwen met beide ouders. Onderzoek leert ook dat meer dan 90 procent van deze kinderen gezond en wel is. Dat is niet beter dan kinderen die alleen bij hun moeder verblijven, maar zeker niet slechter.’
…en de moeders
Er zijn ook voordelen voor de ouders, en dan in de eerste plaats voor moeders: ‘Eerder onderzoek legde bloot dat deze moeders meer tijd overhouden voor een job en dus hun financiële situatie verbeteren, en ook vaker een nieuwe partner vinden. Voor vaders zien we die verschillen niet.’
Een week-om-weekverblijf komt het meest voor bij kinderen tussen 6 en 12 jaar. Daarna vlakt het weer wat af. Claessens: ‘Vanaf een bepaalde leeftijd heeft een aantal kinderen graag een vast plekje. Dat is soms een moeilijke boodschap voor ouders, maar wel fijn als kinderen daarvoor mogen kiezen.’
Twee getuigenissen
JESSE VANDEVELDE (39) INDUSTRIEEL INGENIEUR, KESSEL-LO
‘Alles ligt vast, en dat is superhandig’
De verblijfsregeling voor de drie dochters van Jesse Vandevelde is duidelijk: ze wisselen op zondagavond, en de ouder wiens week begint, haalt ze op. Boekentassen, schoenen en jassen zijn gemeenschappelijk, en voor de rest heeft ieder kind een kleerkast bij mama én bij papa.
‘Onze scheidingsconsulent heeft erop gewezen dat we ook een regeling moesten afspreken voor de zomervakantie én voor Kerstmis en oud en nieuw. Ik zie mijn dochters ofwel op kerstavond, ofwel op kerstdag zelf. Daar ben ik blij om. Ik ken ouders die hun kinderen dan niet zien, omdat ze die week bij de andere ouder verblijven.’
Ook financieel is alles op orde: ‘We delen de fiscale tenlasteneming van de kinderen en een van ons betaalt nog een kleine alimentatie vanwege het verschil in inkomen. Dat bedrag wordt samen met het groeipakket op de gezamenlijke kindrekening geplaatst.’
Jesse kan alleen maar aanbevelen om alles zo goed vast te leggen: ‘Het lijkt complex, maar het is superhandig. We overleggen elke week over allerlei zaken. Het inplannen van reizen is makkelijk. Ik weet lang genoeg van tevoren wanneer ze bij mij zijn.’ De dochters vinden het prima, zegt Jesse. ‘Ik ben in het huis gebleven, hun mama is al een paar keer verhuisd. Maar ze voelen zich in beide huizen thuis.’ (vbr)
STEPHANIE VIANE (44) IMPLEMENTEERT SOFTWARE IN BEDRIJVEN, MENEN
‘Louise moet geen van ons lang missen’
Louise, de dochter van Stephanie Viane, zat in de eerste kleuterklas toen haar ouders uit elkaar gingen. ‘Ik voelde me er niet comfortabel bij om meteen voor een week-om-weekregeling te kiezen’, zegt Stephanie. ‘Aan een peuter kun je niet vragen: hoe voel je je hierbij? Een vriendin die kinderpsychologe is, adviseerde me om rond te kijken in Nederland. Dat inspireerde ons tot het idee om dagelijks te wisselen: ik bracht haar naar school, papa haalde haar af, en omgekeerd. Alleen het huis veranderde. Ze moest geen van ons missen.’
Sinds de derde kleuterklas zijn ze overgeschakeld naar een wisselbeurt om de halve week. ‘Bij het begin van elk schooljaar evalueren we dat samen met Louise. Ze zit nu in het eerste middelbaar en vindt het nog altijd prima zo.’
‘Je moet nog goed overeenkomen. Steven en ik bellen haast dagelijks even om info uit te wisselen. Alles ligt vast in een ouderschapscontract. Wij wilden dat Louise zo weinig mogelijk impact voelde van onze scheiding. We vitten dus ook niet op elkaar als er spullen van haar bij de andere ouder zijn blijven liggen. We gaan die gewoon halen. Ik heb een nieuwe partner, maar noch ik, noch de papa van Louise heeft nog kinderen gekregen. We focussen samen op haar welzijn.’ (vbr)