Scheiden zonder naar de rechtbank te moeten

Echtscheiding door onderlinge toestemming (E0T) wordt volledig schriftelijk

Vanaf 1 september 2018 zullen echtgenoten die scheiden door onderlinge toestemming niet meer voor de rechtbank moeten verschijnen. De  echtscheidingsprocedure kan dan volledig schriftelijk verlopen. De vroegere voorwaarde dat koppels minstens zes maanden feitelijk gescheiden moesten leven, vervalt.

EOT

Bij een echtscheiding met onderlinge toestemming (EOT) (Lees ook: Scheiden in 4 stappen, het kan) regelen de gehuwde partners zelf – eventueel met de hulp van een bemiddelaar– de afspraken over de kinderen, het huis en de goederen. Overleg staat hier centraal, wat uiteraard de kinderen en de verdere relatie tussen de partners ten goede komt.

De scheidingsbemiddelaar zet de gemaakte afspraken in een scheidingsovereenkomst, zoals de wet dat vereist. Hij/zij helpt vervolgens bij het neerleggen van een verzoekschrift bij de Familierechtbank, waarin de echtscheiding wordt aangevraagd.

Hoe verloopt het verder?

Getrouwde partners die scheiden door onderlinge toestemming hoeven niet meer voor de Familierechtbank te verschijnen. De echtscheidingsprocedure kan volledig schriftelijk verlopen. De vroegere voorwaarde dat koppels minstens zes maanden feitelijk gescheiden moesten leven, vervalt. De doorlooptijd tussen de indiening bij de rechtbank en de effectieve scheiding neemt nu voor alle gehuwde partners ongeveer 3 maanden in beslag.

scheiden zonder rechtbankDeze maatregel zorgt ervoor dat partners sneller kunnen scheiden en is dus zeker positief. Daarnaast wordt ook de werklast bij Justitie verminderd, waardoor we weer een stapje dichter zijn bij ‘een snelle en efficiënte justitie’ waarvoor minister Geens sinds het begin van de legislatuur pleit.

Persoonlijk verschijnen kan nog op bevel van de Familierechtbank.

Vanaf 1 september 2018 kan elke procedure dus schriftelijk verlopen. Hierbij toch een kanttekening. De verschijning in persoon kan wel nog door de Familierechtbank worden bevolen. Zowel de partijen, de Procureur des Konings als de Familierechtbank kunnen de persoonlijke verschijning vragen of bevelen. Na zo een bevel zullen de partijen binnen de maand na de neerlegging van het verzoekschrift gezamenlijk voor de Familierechtbank moeten verschijnen.