Wat u moet weten over de belastingsaangifte na scheiding
Na een relatiebreuk moeten ouders blijven bijdragen in de opvoedingskosten van hun kinderen. Voor die kosten zijn er twee fiscale systemen: co-ouderschap of onderhoudsgeld. Beide combineren kan niet.
In de Netto Belastinggids (De Tijd mei 2020) zet Petra De Rouck de puntjes op de i. Ook het overzicht van de juiste codes bij het invullen van uw belastingsaangifte is een handige tool.
Wat met de kinderen na een relatiebreuk?
Na een relatiebreuk moeten ouders afspraken maken over de kinderen. Wonen ze beurtelings en even lang bij elke ouder? Of gaan ze bijvoorbeeld een weekend op de twee naar de andere ouder? Een belangrijke vraag daarbij is hoe de kosten voor de opvoeding over beide ouders verdeeld worden. Volgens de wet moet elke ouder bijdragen volgens zijn of haar mogelijkheden. In de praktijk kan dat betekenen dat de meest verdienende een alimentatie zal betalen, zelfs al wonen de kinderen beurtelings bij elke ouder.
Is er automatisch fiscaal co-ouderschap als de kinderen beurtelings bij elke ouder wonen?
Neen, aan fiscaal co-ouderschap zijn strikte voorwaarden verbonden. Er is maar fiscaal co-ouderschap als dat is vastgelegd in een beslissing van de rechter of een overeenkomst die u samen hebt opgesteld. Die moet dateren van uiterlijk 1 januari 2020. Fiscaal co-ouderschap kan zolang de jongere studeert en niet zelf in zijn levensonderhoud voorziet, dus ook na de 18de verjaardag.
Bij fiscaal co-ouderschap blijft een kind fiscaal ten laste van één ouder, maar krijgt elke ouder de helft van de toeslag van de belastingvrije som. De hoogte van die toeslag wordt bepaald zonder rekening te houden met eventuele andere kinderen in het gezin en vervolgens gehalveerd. Bij twee kinderen onder co-ouderschap, bijvoorbeeld, krijgt elke ouder de helft van de 4.150 euro toeslag op de belastingvrije basissom, of dus 2.075 euro. Die helft wordt gevoegd bij een eventuele vrijstelling voor andere kinderen ten laste.
Elke co-ouder kan de volledige toeslag van 1.610 euro krijgen voor een alleenstaande ouder met kinderen ten laste. De toeslag voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen uitgaven voor opvang aangeeft, krijgt een co-ouder maar voor de helft: 300 euro.
Kan een kind ten laste zijn van één ouder?
Dat kan. Het is perfect mogelijk dat die afspraak bij de echtscheiding is gemaakt. De ene ouder krijgt dan de volledige toeslag op de belastingvrije som voor kinderlast, de andere ouder moet het zonder toeslag (en dus belastingvoordeel) stellen.
Wat als een ouder onderhoudsgeld betaalt voor de opvoeding van de kinderen?
Als aan alle voorwaarden is voldaan, kan de betalende ouder het onderhoudsgeld fiscaal inbrengen. Betaalde onderhoudsgelden zijn wat men in het fiscaal vakjargon ‘aftrekbare bestedingen’ noemt.
Tachtig procent van de betalingen wordt afgetrokken van uw netto belastbaar inkomen, waardoor een deel van uw inkomen aan belastingen ontsnapt. Dat levert een voordeel op tegen het hoogste belastingtarief waartegen u belast wordt. Dat bedraagt minstens 25 procent en kan oplopen tot 50 procent (plus gemeentebelastingen). Concreet, wie tegen het hoogste tarief wordt belast, recupereert via de belastingsaangifte tot 40 procent van de betaalde onderhoudsuitkeringen (exclusief gemeentebelasting).
Zowel ‘gewone’ als ‘buitengewone’ kosten mogen fiscaal worden ingebracht. De gewone kosten omvatten alle gebruikelijke kosten voor het dagelijks onderhoud, zoals woonkosten, eten en kleren. Daarbovenop kunnen nog buitengewone kosten komen: medische en paramedische kosten (zoals beugels, logopedie en ziekenhuisopnames), schoolkosten (zoals zee- en bosklassen en inschrijvingsgeld voor hogere studies) en overige kosten (zoals lidgeld van een sportclub en examens voor een rijbewijs).
Is betaald onderhoudsgeld altijd fiscaal aftrekbaar?
Neen, er moet aan vier voorwaarden tegelijk voldaan zijn. Die voorwaarden gelden trouwens niet alleen voor de aftrek van onderhoudsgeld voor kinderen, maar ook voor eventuele andere personen ten laste.
1. Wettelijke onderhoudsplicht
U moet een wettelijke onderhoudsplicht hebben. Die is er altijd voor minderjarige en studerende kinderen. Voor andere personen is die er alleen als ze ‘behoeftig’ zijn: voor (ex-)echtgenoten, wettelijk samenwonenden, kleinkinderen, geadopteerden, (groot)ouders, schoondochters, schoonzonen en schoonouders, en – ten slotte – pleegkinderen en pleegouders.
Er is geen wettelijke onderhoudsplicht voor zijverwanten: broers, zussen, ooms en tantes, wat betekent dat onderhoudsgeld voor hen nooit fiscaal aftrekbaar is.
2. Geen gezinslid
Op het moment van de betaling mag de begunstigde niet in uw gezin wonen. Het is geen probleem dat bijvoorbeeld een kind naderhand opnieuw bij u komt wonen. Studeert uw kind in het buitenland? Om het onderhoudsgeld fiscaal in te brengen, zult u moeten aantonen dat uw kind uw gezin definitief verlaten heeft en na zijn studies niet van plan is terug te keren naar het ouderlijk huis.
3. Regelmaat
U moet het onderhoudsgeld ‘regelmatig’ betalen. Dat betekent niet noodzakelijk dat u wekelijks, maandelijks of per kwartaal moet betalen. Wel moeten de betalingen stipt plaatsvinden en ook herhaald worden. U moet het verschuldigde onderhoudsgeld binnen drie maanden betalen, anders mag u het niet fiscaal inbrengen.
4. Bewijzen
U moet de betaling kunnen bewijzen, met bijvoorbeeld bankafschriften, stortingen op een kindrekening of via een attest van de ontvanger.
Is er dubbel fiscaal voordeel als kinderen in co-ouderschap opgroeien én er onderhoudsgeld wordt betaald?
Neen, de belastingaftrek van onderhoudsgeld kunt u niet combineren met het belastingvoordeel voor kinderen ten laste. Als er co-ouderschap is én u betaalt onderhoudsgeld, dan moet u uitrekenen welk fiscaal regime voor u het voordeligste is. Kiest een co-ouder voor de aftrek van de betaalde alimentatie, dan krijgt de andere co-ouder de volledige toeslag op de belastingvrije som voor kinderlast.
Een uitzondering op die regel is het jaar van de feitelijke scheiding. In dat jaar zijn onderhoudsgelden wél fiscaal aftrekbaar in combinatie met de verhoogde belastingvrije som voor kinderlast, hoewel er nog een gezamenlijke aanslag wordt gevestigd. Voorwaarde is dat de alimentatie na de feitelijke scheiding betaald werd.
Moet het ontvangen onderhoudsgeld aangegeven worden?
Ook al wordt het onderhoudsgeld voor een kind op de rekening van de andere ouder gestort, toch is dat voor de fiscus een eigen inkomen van het kind zelf en niet van de ontvangende ouder. Zelfs al gaat het om een peuter of kleuter.
Het onderhoudsgeld moet soms in een eigen belastingsaangifte op naam van het kind opgenomen worden. Dat moet sowieso als uw zoon of dochter op 1 januari 2020 16 jaar was, ongeacht het bedrag van die alimentatie. Weet dat de fiscus u meestal niet spontaan een aangifteformulier zal sturen. U moet het aanvragen bij het lokaal belastingkantoor of u kunt met de identiteitskaart van uw kind inloggen op Tax-on-web (mogelijk voor kinderen vanaf 12 jaar).
Ook voor jongere kinderen kan er een aangifteplicht zijn. Dat is het geval als 80 procent van de onderhoudsuitkering – wat overeenstemt met het belastbare deel (zie verder) – meer bedraagt dan de belastingvrije som van 8.860 euro. Concreet gaat het dan over een totale alimentatie van meer dan 11.075 euro. Is uw kind jonger dan 12 jaar, dan kunt u de belastingsaangifte niet via Tax-on-web openen en moet u noodgedwongen een papieren exemplaar aanvragen bij uw lokaal belastingkantoor.
Niet alleen kinderen kunnen onderhoudsgelden ontvangen. Na een echtscheiding kan een partner een alimentatie van een ex krijgen. En behoeftige ouders kunnen financieel gesteund worden door hun kinderen, zodat bijvoorbeeld de rusthuisfactuur kan worden betaald. Alle anderen dan kinderen die zo’n alimentatie ontvangen, moeten die verplicht opnemen in hun belastingsaangifte. De hoogte van het bedrag is van geen tel. Het heeft ook geen belang of de betaling werd opgelegd door de rechtbank of vrijwillig is, zolang er maar een onderhoudsplicht is van de betaler aan de ontvanger.
Wordt ontvangen onderhoudsgeld belast?
Bij kinderen is de kans groot dat het onderhoudsgeld niet belast wordt. Dat komt omdat de fiscus maar rekening houdt met 80 procent van de onderhoudsgelden.
Daarbij komt dat er geen belastingen betaald moeten worden als de inkomsten onder de belastingvrije som blijven van 8.860 euro. Daarbij wordt niet alleen het onderhoudsgeld geteld, maar bijvoorbeeld ook opbrengsten uit een (studenten)job. Als uw kind geen andere inkomsten heeft dan onderhoudsgeld, moet het geen belastingen betalen als het vorig jaar niet meer dan 11.075 euro alimentatie ontvangen heeft.
Als het inkomen hoger is dan de belastingvrije som, wordt het onderhoudsgeld bij de andere inkomsten gevoegd en belast tegen de gebruikelijke progressieve belastingtarieven.
DE JUISTE CODES
Kinderen en andere personen ten laste
De personen ten laste moet u opnemen in vak II onder de titel ‘B. Gezinslasten’. De term ‘fiscaal co-ouderschap’ zult u niet vinden op uw aangifte, maar wel ‘gelijkmatig verdeelde huisvesting’. Als u onder het regime van co-ouderschap zelf de kinderen ten laste hebt, vult u de code 1034 en volgende in. Is dat niet het geval, vul dan de code 1036 en volgende in.
Ontvangen onderhoudsgeld
Ontvangen onderhoudsgeld geeft u aan in vak VI ‘Ontvangen onderhoudsuitkeringen’. U geeft het totale bedrag van de ontvangen onderhoudsuitkeringen aan bij de code 1192/2192. De fiscus zal zelf dat bedrag tot 80 procent beperken. U moet ook de naam, de voornaam en het adres van de betaler vermelden onder rubriek 4.
Werd het onderhoudsgeld als een eenmalig kapitaal gestort, dan moet u elk jaar een stukje aangeven. In het vakjargon spreekt men van de ‘fictieve rente’. Om dat bedrag te berekenen, moet u het ontvangen kapitaal vermenigvuldigen met een percentage dat afhangt van uw leeftijd op het ogenblik dat het kapitaal betaald werd: het varieert van 1 tot 5 procent.
Het fictieve jaarbedrag geeft u jaarlijks aan vanaf het jaar van de eerste betaling bij de code 1194/2194. De datum van de toekenning van het kapitaal moet u invullen bij de code 1195/2195 en het bedrag van het in totaal ontvangen kapitaal bij de code 1196/2196.
Betaald onderhoudsgeld
Betaald onderhoudsgeld geeft u aan in vak VIII ‘Aftrekbare vorige verliezen en bestedingen’. U vult het werkelijk betaalde bedrag in, de fiscus beperkt het tot 80 procent. Onderhoudsgeld dat u zelf moet betalen, geeft u aan bij de code 1390/2390. Gehuwden en wettelijk samenwonenden die samen onderhoudsgeld moeten betalen – bijvoorbeeld voor een gezamenlijk kind dat apart woont – geven het totaalbedrag aan bij de code 1392. U moet ook de naam, de voornaam en het adres vermelden van de persoon voor wie u betaald hebt onder rubriek 2c.
Lees ook:
Wat zegt de fiscus over de huurinkomsten van de gezinswoning na scheiding