Belastingen na scheiding: enkele praktische vragen
In de vorige artikels Belastingaangifte na scheiding en Hoe regel ik mijn belastingaangifte na een scheiding? kwamen al enkele praktische tips om uw belastingaangifte optimaal in te vullen aan bod. Hieronder leggen we een en ander nog eens uit aan de hand van enkele praktische voorbeelden uit Budget & Recht (mei/juni 2020).
Mijn vrouw en ik zijn uit elkaar gegaan in 2019. De echtscheiding is nog niet uitgesproken. Zal ik de alimentatie die ik aan haar heb betaald, kunnen aftrekken?
Ja. Aangezien het jaar van jullie scheiding voor de fiscus nog niet telt, zullen jullie nog een gezamenlijke aangifte moeten indienen. Precies alsof jullie nog samen waren. Maar vergeet vooral niet om in vak II de codes 1018-49 en 1019-48 aan te kruisen. Zo wijs je erop dat 2019 het jaar van jullie feitelijke scheiding is.
Als een van jullie beiden geen of weinig inkomsten heeft, kan de fiscus het huwelijksquotiënt nog toepassen voor jullie. Anderzijds zul jij de alimentatie die je in 2019 aan haar hebt gestort, effectief mogen aftrekken. Idem dito als je onderhoudsgeld hebt betaald voor jullie kinderen.
Ik ben gescheiden. Mijn ex betaalt onderhoudsgeld voor onze zoon. Hoe geef ik dat aan.
Neem dat onderhoudsgeld vooral niet in je eigen aangifte op. Je zou er automatisch op worden belast, terwijl dat helemaal niet de bedoeling is, want dat geld is niet voor jou bestemd maar voor je zoon. En de fiscus zal die fout niet corrigeren.
Zolang een kind nog geen 16 is en qua inkomsten niet méér heeft dan 8600 euro (het belastbaar minimum), moet het onderhoudsgeld helemaal niet worden aangegeven. Anders moet je voor je zoon een aparte aangifte aanvragen. Het is dan in die aangifte dat het onderhoudsgeld moet worden aangegeven.
Goed om te weten: de eerste 3.300 euro van dat onderhoudsgeld tellen voor je zoon niet mee in de berekening van zijn nettobestaansmiddelen per jaar (omgerekend 277 euro per maand). Daardoor belet onderhoudsgeld een kind meestal niet om ten laste te blijven van de ouder.
Heb ik als alleenstaande ouder een speciaal voordeel?
Wordt je belaqt als alleenstaande ouder, ongeacht of er voor de kinderen sprake is van co-ouderschap of niet? Dan kom je in aanmerking voor een mooi belastingvoordeel als je weinig inkomsten hebt en op 1/1/2020 niet samenwoont met iemand of hooguit met je (klein)kind, broer/zus of een (groot)ouder. Daarvoor moet je in vak II “neen” aankruisen bij code 1101-63.
Qua beroepsinkomsten moet je netto aan ten minsten 3.300 euro komen en je belastbaar inkomen mag niet meer bedragen dan 19.810 euro. Vanaf een belastbaar inkomen van 15.320 euro vermindert het voordeel en vanaf 19.810 val het helemaal weg.
Het is de fiscus die zelf zal oordelen of je inkomsten laag genoeg zijn en niet alleen bestaan uit vervangingsinkomen (tenzij een uitkering voor arbeidsongeschiktheid). Je krijgt een dubbel voordeel: de fiscus past een bijkomende belastingvrije som toe van 1.600 euro en voor de kosten voor de kinderopvang past hij een belastingvermindering toe van 75% in plaats van slechts 45%.