Een billijke onderhoudsbijdrage berekenen is een ingewikkeld rekenproces.
Anno 2016 is de berekening van een billijke en eerlijke onderhoudsbijdrage voor de kinderen nog altijd een ingewikkeld rekenproces. Een standaardmethode om die bijdragen te bepalen, bestaat niet. Omdat de wettelijke richtlijnen te vaag zijn, blijven in de praktijk scheidende koppels vaak in de kou staan.
Bijdrageplicht
Ouders hebben een bijdrageplicht ten aanzien van hun gezamenlijke kinderen. Niet betalen voor hun kinderen kan dus niet. Ook het koppelen van het einde van de bijdrageplicht aan een bepaalde leeftijd is niet mogelijk. De onderhoudsbijdrage loopt immers door na de meerderjarigheid van het kind en zal afhangen van het opleidingsniveau of van het feit of het kind al dan niet in eigen levensonderhoud kan voorzien.
Hoe wordt de onderhoudsbijdrage bepaald
In tegenstelling tot wat men zou denken bestaat er in België niet zoiets als een tabel met bedragen waarop men eenvoudig kan berekenen hoeveel onderhoudsbijdrage of alimentatie men voor zijn kinderen zou moeten betalen. Artikel 203bis van ons Burgerlijk Wetboek is de enige houvast. Dat bepaalt dat ‘ elke ouder in de kosten van zijn kinderen moet bijdragen in verhouding tot zijn respectievelijke aandeel in de samengevoegde middelen’.
Samengevoegde middelen
Wat bedoelt de wetgever met ‘samengevoegde middelen’? Het gaat hier onder meer om de beroeps- en vervangingsinkomsten van beide partners. Daarnaast behelst dit ook de voordelen van alle aard zoals een bedrijfswagen, maaltijdcheques, groepsverzekeringen en andere fiscaalvriendelijke vormen van verloning. Ook huurinkomsten en opbrengsten uit beleggingen tellen mee. Nadat het netto inkomen van elke ouder bepaald is, berekent men op basis daarvan het aandeel dat elke ouder moet bijdragen. De kosten moeten immers verdeeld worden volgens het inkomen. Ook fiscaal komt hier heel wat bij kijken. Het spreekt voor zich dat dit een heel ingewikkeld kluwen is waar scheidende partners een hele kluif aan hebben.
Pijnpunten
Het bepalen van het netto inkomen van elke ouder is geen sinecure, onder meer omdat het hier wel degelijk gaat om het inkomen NA de scheiding. Dat is belangrijk want door de scheiding kan het netto inkomen van de partners én dus ook de inkomensverdeling wijzigen. Denken we bijvoorbeeld aan het fiscaal voordeel voor kinderen ten laste.
De ouder die de kinderen fiscaal ten laste heeft, betaalt minder belastingen (gezinskorting). Als de kinderen na de scheiding fiscaal ten laste zijn bij de andere ouder, verschuift ook deze gezinskorting van de ene naar de andere ouder. De hele inkomenssituatie verandert dan, dus ook het aandeel dat elke ouder moet bijdragen.
Een ander pijnpunt zijn de buitengewone kosten. Dat zijn de uitzonderlijke of onvoorziene uitgaven zoals tandheelkundige kosten, schoolreizen, een rijopleiding, eventuele hogere studies later, communiefeesten etc. (lees ook: Alimentatie voor kinderen bij echtscheiding). In de praktijk blijkt dat scheidende ouders die vaak in hun akkoord gelijk verdelen. Ook rechters doen dit nog wel eens in hun vonnis. Dit is niet wettelijk, want elke ouder moet zijn bijdrage in de kosten, dus ook de buitengewone kosten, betalen volgens zijn/haar inkomen (dus volgens zijn aandeel in de samengevoegde middelen).
Vaak komt men tot die gelijke verdeling omdat die het meest rechtvaardig oogt. Maar in realiteit klopt dit niet. Een rijopleiding is zo een buitengewone kost die al snel kan oplopen tot 1.200 €. Dan is het toch niet billijk dat de ene partner die een netto inkomen heeft van 1200 € per maand, de helft van die rijopleiding moet betalen terwijl de andere partner drie keer meer verdient.
Ook bij verblijfsco-ouderschap waarbij de kinderen net zoveel bij de ene ouder als de andere ouder verblijven, beslist men vaak tot een gelijke verdeling van de kosten. Maar ook hier klopt de redenering van billijkheid niet. Bij een relevant inkomensverschil moet ook hier het juiste aandeel van elke partner verrekend worden bij het bepalen van de onderhoudsbijdrage.
Werk aan de winkel voor Justitie
Duidelijke richtlijnen in de wetteksten én een objectieve berekening van onderhoudsbijdragen (standaardmethode) bij wet bepalen, dat zijn de speerpunten die garant staan voor meer rechtszekerheid voor gescheiden ouders en een eerlijker verdeling van de kosten voor de kinderen.
Intussen is een Commissie Onderhoudsbijdragen actief. Deze commissie formuleert aanbevelingen om de kosten van de kinderen te begroten en om de bijdrage van elke ouder objectief te bepalen. Onder meer de Gezinsbond zetelt binnen deze commissie. Zij vragen expliciet wetteksten waarin staat dat de gezinsfiscaliteit en de kinderbijslag na de scheiding in het rekenwerk moeten verwerkt worden en ook dat de buitengewone kosten volgens inkomen moeten verdeeld worden.
Bron: De (s)preekstoel van Knack.be (22/09/16)
Als bemiddelaar help ik ex-partners om tot een billijke en zo eerlijk mogelijke overeenkomst te komen.
Wilt u meer informatie? Maak dan gerust een afspraak of neem contact op via het invulformulier. Ik help u graag verder.