Internationaal scheiden: ‘it’s very complicated’
Internationale koppels die willen scheiden, botsen op meerdere grenzen: die van zichzelf, van hun land en van de wet. In dS Weekblad (06-04-2019) wijdt Sarah Vankersschaever er een artikel aan. In ‘Als mama in Spanje woont, en papa in België’ laat ze twee getuigen aan het woord. Twee schrijnende verhalen.
Duur en complex
Bij een scheiding tussen Belgische partners is er altijd kans dat de ex-partners samen met een bemiddelaar of advocaat tot een evenwichtige regeling komen. Bij een scheiding tussen verschillende nationaliteiten ligt dat meestal heel wat moeilijker. Zo een scheiding is complex en vandaar dus ook duur.
Zowel de Belgische wetgeving als internationale wetgeving spelen een rol. Zo is er de vraag in welk land het huwelijk plaatsgreep, wat het eerste officiële adres was na het huwelijk, wat het huidige officiële adres is, onder welk huwelijksstelsel men trouwde, of er kinderen zijn en in welke landen vermogen en bezittingen zich bevinden. Afhankelijk van die antwoorden geldt het Belgisch recht, het recht uit een ander land, het internationale of Europese recht… Een ingewikkeld kluwen dus.
Kinderen en vermogen
Bij internationale scheidingen leiden vooral de verblijfsregeling van de kinderen alsook de verdeling van vermogen/bezittingen tot pijnlijke conflicten tussen de ex-partners. Natuurlijk gebeurt dat ook wel bij partners met dezelfde nationaliteit, maar hier wordt het internationaal gegeven toch wel een extra struikelblok.
Het is dan ook zeer belangrijk dat koppels bij het afsluiten van een huwelijks- of samenlevingscontract heel goed nagaan waartoe ze zich verbinden en wat de gevolgen daarvan zijn. Zo kun je op voorhand in het contract ook vastleggen welk recht van toepassing is. Dat klinkt op het eerste zicht misschien vreemd, maar het zou bij een scheiding al heel wat leed kunnen voorkomen.