Wordt bemiddelen het nieuwe procederen?
Belgen moeten hun geschillen meer onder elkaar uitvechten in plaats van in de rechtbank. Enter de bemiddelaar. Hij is niet alleen sneller en goedkoper, maar ook duurzamer.
Hieronder een verkorte versie van een artikel dat afgelopen zaterdag (06/01/18) in De Tijd verscheen.
Bemiddeling maakt opgang
Belgen heten conflictmijdend te zijn. Hypocriet zelfs. Toch zijn we tuk op procederen. Belgische rechters spreken jaarlijks meer dan 1 miljoen vonnissen en arresten uit. Alleen in Roemenië lopen meer rechtszaken per inwoner, leert het European Justice Scoreboard. Ondertussen blijven akkoorden via een erkend bemiddelaar, die nochtans al sinds 2005 door de rechtbank worden erkend, een relatief marginaal verschijnsel. Vorig jaar werden er 5.000 afgerond.
2018 kan het jaar worden waarin dat verandert. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil dat bemiddeling een echte kans krijgt. Net voor de jaarwisseling keurde de ministerraad een wet goed die advocaten en gerechtsdeurwaarders verplicht om cliënten op de optie van bemiddeling te wijzen. Rechters kunnen partijen dwingen eerst een bemiddelingspoging te ondernemen voor ze een gerechtelijke procedure kunnen starten. Doel is het werk van de dichtslibbende rechtbanken te verlichten.
De tendens maakt in de hele westerse wereld opgang. En dat is niets te vroeg, zegt Diana Evers, de vrouw die conflictbemiddeling zowat eigenhandig op de kaart zette in België. ‘Hoewel mensen steeds assertiever worden, roepen ze bij conflicten toch heel vaak de hulp in van experts. Psychiaters, therapeuten, fiscaal adviseurs, advocaten. We leren niet om over onze verschillen te praten en met conflict om te gaan. Vroeger werd meer ‘over de haag’ gepraat. Als de tak van de boom te ver overhing, hoorde je dat van de buurman en deed je er iets aan. Maar we kennen elkaar steeds minder goed, wat opmerkelijk is in een maatschappij met zo veel communicatiemogelijkheden. We kiezen vaak voor hulp van buitenaf en leggen de verantwoordelijkheid voor de oplossing van onze problemen bij deskundigen.’
Hilarische burenruzies
Bemiddeling biedt veel voordelen. De procedure is goedkoper dan een rechtszaak. De partijen komen sneller tot een vergelijk: gemiddeld na 83 dagen. En een bemiddelde oplossing is duurzamer, wijst onderzoek uit. Een conflict dat door een vonnis wordt beslecht, leidt vaak tot nieuwe procedures.
Maar veel bemiddelden wordt er nog niet gedaan. Evers: ‘In een conflict worden op dit moment de advocaten vaak als eersten gezien. Advocaten zien zichzelf vooral als pleiters, ze zeggen dat ze daar een belangrijk deel van hun inkomen uit halen. Als er meer alternatieve geschiloplossing komt, is er minder pleitwerk. Dat kan voor een deel van hen een probleem vormen.’ Maar ik ken ook veel advocaten die zeer goede bemiddelaars zijn, en cliënten altijd eerst aansporen samen aan tafel te gaan. Collaborative law is een mooi voorbeeld van bemiddeling waarbij advocaten met hun cliënten een oplossing zoeken waarbij geen winnaars of verliezers zijn. Te vaak worden conflicten onnodig gejuridiseerd en voor de rechter gebracht. Ik denk dat de meeste conflicten bemiddelbaar zijn en dat veel mensen liever geen juridische procedures willen. Daarvoor hebben ze wel vaak een aanzet, informatie en vooral rolmodellen nodig.’
Bemiddeling roept nog altijd associaties op met therapeutische sessies voor scheidende paren. Met hoog escalerende onenigheden over een erfenis. Met hilarische burenruzies: vetes over een overhangende tak, ergernissen over luidruchtig spelende kinderen, afgunst over het zwembad ‘van hiernaast’. Nochtans maakt de alternatieve conflictoplossing intussen ook opgang in grote organisaties zoals de Vlaamse overheid en ziekenhuizen. En in het bedrijfsleven.
De werkvloer, met zijn ingewikkelde relaties en ongeschreven regels, is een uiterst vruchtbare bodem van conflict. Er wordt al bemiddeld bij problemen met pesten, grensoverschrijdend gedrag of geweld. In familiebedrijven, waar conflicten vaak zakelijk én emotioneel zijn, komen bemiddelaars veeleer tussenbeide bij problemen met de overdracht, bij het uitklaren van de rol van de kinderen en bij het waarborgen van de toekomst van het bedrijf zonder dat de familie uit elkaar valt. Ook in artsenassociaties en bij moeilijkheden tussen werknemers leveren ze nuttig werk. Of bij vennoten die overhoop liggen of constructief uit elkaar willen gaan.
Overmand door emoties
De essentie van bemiddeling, zegt Evers, is niet de emotionele verzoening of de schuldbekentenis in tranen. ‘De essentie is dat de partijen zelf het probleem dat aan de basis van hun conflict ligt, willen oplossen. Bemiddeling werkt omdat het een beroep doet op de eigen kracht van mensen. Zonder dat een rechter, advocaat, notaris of welke autoriteit dan ook een oplossing oplegt. Want wanneer de oplossing van een conflict een winnaar en een verliezer oplevert, is de relatie vaak beschadigd. Of we het nu gaat om zakenpartners of familieleden.’
Dat betekent niet dat het er in een bemiddeling niet hard aan toe kan gaan. ‘De eerste sessies zijn vaak heftig, vooral tussen partijen die jaren niet meer gesproken hebben, wanneer het conflict erg geëscaleerd is en de betrokkenen overmand zijn door emoties. De eerste stap bij bemiddelen is hen rond de tafel krijgen. Als bemiddelaar nodig ik nooit zelf iemand uit, om elke schijn van partijdigheid te vermijden. Dat moeten de partijen onderling regelen. Komen opdagen voor een eerste gesprek is een eerste blijk van bereidheid.’
De bemiddelaar weet vooraf best zo weinig mogelijk over het conflict, zodat hij de partijen op hetzelfde moment voor het eerst hoort. ‘In zo’n eerste gesprek moet je doortastend zijn en de regels opleggen, bijna zoals de praatstok die bepaalt dat iedereen eerst ononderbroken zijn verhaal mag doen. Net omdat je daadkrachtig optreedt en kordaat tussenkomt als het moet, ontstaat een sfeer van veiligheid en vertrouwen. De bemiddelaar laat zien dat hij luistert naar ieders verhaal. Pas daarna mogen de partijen zelf, inhoudelijk, op de zaken ingaan.’
In de volgende fase van het gesprek worden mensen vaak boos. Soms gaan ze roepen en elkaar beschuldigen. Evers: ‘Dat is goed, laat ze maar gaan. Dan zie je ook snel hoe het conflict zich heeft ontwikkeld, waar het vastloopt en waarom. Dan kan je mensen helpen in te zien dat beschuldigingen nergens toe leiden, dat ze het conflict alleen maar verharden. Zo kan je met hen stilaan tot het besef komen dat er betere manieren zijn om je uit te spreken, zodat de ander ook naar je luistert.’
‘Het is de taak van de bemiddelaar dat mee mogelijk te maken. Hij kan de belangen van alle partijen en die van het geheel overzien en van daaruit mensen helpen uit hun kluwen te geraken. De bemiddelaar helpt niet door te zeggen wat mensen moeten doen. Wel door voortdurend samen te vatten wat de partijen op tafel hebben gelegd, door verduidelijkende vragen te stellen en hen te helpen de gevolgen van hun keuzes te zien.’
De bemiddelaar is geen rechter, zegt Evers met klem. ‘Mensen denken nog vaak dat de bemiddelaar ‘het wel zal oplossen’. Maar het is niet aan de bemiddelaar om inhoudelijke argumenten af te wegen. De inhoud van het conflict is en blijft altijd de verantwoordelijkheid van de betrokkenen. Bemiddelen is niet gemakkelijk omdat je uiteraard je eigen meningen en visies hebt, terwijl die er niet toe mogen doen. Ook voor cliënten kan het lastig zijn. Hun wordt gevraagd verder te kijken dan hun eigen positie, zich tot de ander te richten en dat niet te zien als verliezen.’
Bemiddeling is niet voor iedereen weggelegd. Het vraagt engagement, energie en verantwoordelijkheid. ‘De confrontatie aangaan vraagt veel vertrouwen. Vertrouwen in onszelf, dat we onze mening kunnen uiten zonder dat het tot een breuk komt of dat onze relatie om zeep is’, zegt Evers. ‘Het is nog lastiger open over gevoelens te praten met mensen bij wie we ons geliefd en veilig willen voelen. Tegen iemand die je onverschillig laat, brul je gemakkelijker.’
Evers vindt dat we conflicten ook als een kans kunnen zien. ‘Een conflict is niet alleen maar miserie. Het is iets dat twee mensen samen in stand houden. Zolang er conflict is, is er dus ook verbinding. Het is eigenlijk een gelegenheid om onszelf beter te begrijpen, onze relatie uit te klaren en te verdiepen. Mensen kiezen vaak voor bemiddeling omdat ze uiteindelijk harmonie zoeken. En die krijg je door het conflict aan te gaan. Ik zeg niet dat het plezant is, maar conflicten kunnen ons doen groeien.’
Diana Evers (67) is gezinssociologe van opleiding. Ze werkte als opleidster bemiddeling voor de KU Leuven en het Vlaams Notariaat. Na de genocide in Rwanda werkte ze met hutu’s en tutsi’s rond herstelbemiddeling. Onlangs nam ze afscheid van het Mediation Instituut Vlaanderen, dat ze in 2005 oprichtte.
Bron:
Ruzie en vrede? Wordt bemiddelen het nieuwe procederen? (S. Van Lommel, G. Declerck) in De Tijd (06/01/18)
Wilt u meer informatie? Maak dan gerust een afspraak of neem contact op via het invulformulier. Ik help u graag verder.